**** De Grote Gatsby is een ijzersterke roman. Eenvoudig. Uitgepuurd. Dat een boek, geschreven in de jaren 20, vandaag nog zo’n schwung kan hebben, is op zich al verbijsterend. De trefzekerheid waarmee Fitzgerald de wufte middens van de New Yorkse high society in woorden vat, is weinig geëvenaard. Tijdens de hondsdagen ontmoet protagonist Nick Carraway zijn nichtje Daisy die gehuwd is met Tom, een befaamd polospeler. Tijdens een diner in hun riante woning, verneemt Nick van de vriendin des huizes, juffrouw Baker, dat er een haar in de boter zit tussen Tom en Daisy. Tom zou een maitresse hebben. Maar ook Daisy ontmoet even later haar oude liefde, Gatsby. Nick is immers de nieuwe buurman van de rijke Gatsby en de vriendschap die tussen beide mannen ontstaat, zet Nick ertoe aan een ontmoeting te ensceneren tussen Gatsby en zijn nichtje. Daarom is Gatsby aan de Sound komen wonen, daarom gaf hij wekelijks feestjes waarop iederen die het wilde in en uit liep ... om ooit eens zijn oude geliefde terugzien. Dat lukte dus dankzij Nick. Tot Gatsby en Tom met elkaar geconfronteerd worden ... Mooi is ook hoe het einde van het verhaal in schril contrast staat met het begin ervan. De grote Gatsby heeft een eenvoudig plot, is eenvoudig verteld in een eenvoudige setting, maar alles klopt als een bus. Less is more gaat hier zeker op. Dit boek staat niet voor niets op de tweede plaats op de lijst van 100 beste Engelstalige romans (bron: Wikipedia). The roaring twinties alive and kicking! Een boek om meteen opnieuw te lezen en de film te zien uiteraard! Een pluim trouwens voor vertaler van dienst, Susan Janssen, die bij de vertaling de sfeer en het timbre van het verhaal op geen moment geweld aan doet. |