**** Uitgeverij Cossee / Van Halewyck 2015 1936. Zomer in Oostende. Een groep Duitse geëmigreerde kunstenaars ontmoet elkaar in brasserieën op de dijk of in café du Parc. Allemaal hebben ze hun redenen om niet in Duitsland of Oostenrijk te zijn. De meesten zijn er als joods auteur persona non grata. In hun vaderland roert de nazipartij de trom. Hun boeken worden verbrand. Hongerig naar nieuws uit hun heimat, bespreken de kunstenaars-emigranten de gebeurtenissen, al willen ze het vooral luchtig houden. Het is een gezelschap dat zijn ondergang tegemoet gaat, maar zich deze zomer nog één keer in vakantiestemming probeert te voelen. Tot de donkere wolkenmassa van de Tweede Wereldoorlog zich in het najaar aan het Europese zwerk aftekent en het gezelschap uiteenvalt. Ook Stephan Zweig komt naar de Belgische kust om onder de radar van de nazipartij te blijven. Maar er zijn nog redenen waarom hij Oostende als toevluchtsoord kiest. Hij wil zich van alle banden bevrijden: van zijn huwelijk en van zijn kasteel in Salzburg. Hij wil er in alle rust aan een nieuw boek werken en samen met Lotte, zijn nieuwe liefde, betrekt hij een villa op de zeedijk. Het Oostende dat hij zich herinnert van zijn vakantie in 1914 ademt voor Zweig de vrijheid uit die hij najaagt. Maar ook nu zal een nakende wereldbrand deze droom fnuiken. En dan is er nog Joseph Roth die hem niet van de verantwoordelijkheid van zijn vriendschap ontslaat. Roth zit aan de grond en is drankzuchtig. Hij smeekt Zweig om hem te steunen, literair én financieel. Ook dat is Zweigs missie tijdens de Oostendse zomer van 1936. De Zomer van de Vriendschap is niet alleen een ontroerend boek over de innige vriendschap tussen Roth en Zweig, maar ook over het definitieve einde van het Europa in het Interbellum. Weidermann laat de lezer binnenkijken in de geesten van deze Duitse schrijvers in ballingschap. We krijgen letterlijk in-zicht in de tijdsgeest van het nazisme. De bewering dat één man, Adolf Hitler, alle lagen van de bevolking achter zijn verderfelijke ideeën wist te scharen, wordt in De Zomer van de Vriendschap ontkracht door de dissidente stem van deze kunstenaarselite in Oostendse ballingschap aan het woord te laten. Weidermann slaagt er in om de biografieën van zowel Zweig als Roth in dit geromantiseerd werk met elkaar te laten dialogeren. Heel mooi is ook hoe Weidermann dit tijdsgewricht analyseert via de gesprekken van deze intellectuele elite die zich zo machteloos voelt dat ze zichzelf gaat haten. Een haat die tegelijk ook de twijfel doet toeslaan. De Zomer van de Vriendschap bezingt niet alleen de zwanenzang van deze krachtige schrijverselite, maar ook die van de broederband tussen Roth en Zweig én tegelijk van het oude Europa. Een bijzondere vermelding is op zijn plaats voor het werk van vertaalster Els Snick die dit meesterwerk van Weidermann omzette naar een heerlijk weglezende Nederlandse vertaling. Een boek om deze zomer te lezen op het terras aan de Venetiaanse gaanderijen of - bij Belgisch zomerweer- in Hotel du Parc. Met dank aan de heer Korneel de Ruiter van Uitgeverij Cossee voor het ter beschikking stellen van een leesexemplaar. |