** Meer van verwacht! Etienne Vermeersch profileert zich met dit interview nog maar eens als het prototype van de homo universalis, maar het lijkt er echter sterk op dat hij een flinke vinger in de pap heeft gehad bij het opstellen van de interviewvragen. Niet alleen de volgorde waarin de vragen worden gesteld, maar ook de vragen zelf verraden de co-productie Vermeersch-Verhofstadt. De interviewer stelt immers enkel vragen over domeinen waarover Vermeersch iets te zeggen heeft. Bovendien redigeerde Vermeersch de volgorde van de vragen op meesterlijke wijze. Eerst kan hij badineren over het ontstaan van het heelal, en de aarde en over de evolutie van de mens. Hier laat hij niet na om zelfs zeer wetenschappelijk te zijn. Vervolgens maakt hij zijn punt dat God niet bestaat. Of althans niet de god van de openbaringsgodsdiensten. Zo komt hij heel vlug bij het instituut Kerk waarvan hij geen steen rechtop laat staan. Samen met pseudo-wetenschappen en het occulte verkettert hij het katholicisme en ook de islam wordt niet gespaard. Dit is zijn strijd tegen de ‘onwaarheid’ en het speerpunt in zijn zoektocht naar waarheid (subtitel). Wanneer hij de sloophamer halverwege het boek nog steeds niet heeft neergelegd, wordt dit voor de lezer toch des Guten zuviel. Alsof hij deze verzuchting gehoord heeft, schakelt hij over naar het poneren van deugdzame morele waarden die door niet-gelovigen kunnen nagestreefd worden. Als één van de hete hangijzers voor politici schuift hij (naast ecologie, opwarming van de aarde, ...) de nakende overbevolking naar voor met een nijpend tekort aan drinkwater voor vele miljoenen mensen. Als oplossing voor deze ethische en ecologische problemen stelt hij dan ook een soort wereldregering voor. Vermeersch blijft natuurlijk interessant en op vele domeinen prikkelt hij tot nadenken, maar in dit boek lijkt hij zijn ‘verzamelde kennis’ toch al te zeer te willen etaleren (bv. in het hoofdstuk Kan kunst de wereld redden). |