Meer met boeken: insteekjes naar boeken die ik las
Nachtwolken
Nachtwolken is het laatste verhaal in Pieter Kranenborgs verhalenbundel Astronout. De hoofdpersoon wordt uitgenodigd op een nachtelijk feestje in een onaffe woontoren ergens in Amsterdam. Daar ontmoet hij het 'Nachtmeisje' waar hij instant verliefd op wordt. Zij leert hem het fenomeen van de nachtwolken kennen. Na deze betoverende nacht ziet hij haar nog één keer terug ...
|
It's in His Kiss ...
Geert Mak begint Reizen zonder John (Atlas Contact, 2012) met een verwijzing naar de iconische foto van een matroos die op 14 augustus 1945 op Times Square, uitzinnig van vreugde, een kus drukt op de lippen van een verpleegster. Het was de gevluchte Duitse jood, Alfred Eisenstaedt van Life die het einde van Wereldoorlog Twee in dit liefdevol gebaar vastlegde.
|
Opheldering verzocht: waar is Morry Chandler?
Waarover gaat Drie Minuten in Polen?
Auteur Glenn Kurtz haalt een familiefilmpje van onder het stof. Het is het beeldverslag van de reis die zijn grootouders in de zomer van1938 maakten naar Nederland, België, Polen, Zwitserland en Engeland. Naast de klassieke toeristische beelden, bevat de film ook een straatopname van drie minuten in Nasielsk (Polen), de geboorteplaats van Kurtz’ opa. De mensen op de opname zijn allemaal Joods en de auteur beseft dat dit wellicht de laatste beelden zijn van een gemeenschap die exact een jaar later zal gedeporteerd worden. Gefascineerd door deze gedachte gaat hij op zoek naar wie op dit filmpje te zien zijn. Wie van hen overleefde de Holocaust? Hoe was het leven in Nasielsk vòòr de oorlog? Enkele jaren zoekwerk brengen hem niet veel verder dan de juiste naam van het stadje (een fout in de familieoverlevering deed hem eerst geloven dat het om Berezne ging, de geboorteplaats van zijn grootmoeder), een paar namen van toenmalige inwoners en enkele foto’s. Tot de kleindochter van Maurice Chandler op de site van het Holocaust Memorial Museum (Washington D.C.) de link naar het filmpje aanklikt en haar grootvader herkent in het gezicht van een dertienjarige jongen … Maurice (Morry) Chandler werd Kurtz’ ‘steen van Rosetta’ om het filmpje dat zijn grootvader in 1938 maakte te ontcijferen.
In Drie Minuten in Polen brengt Glenn Kurtz minutieus verslag uit over zijn moeizame, maar passionele speurtocht naar de namen, relaties en verhalen (een enkele keer zelfs een sappige dorpsroddel) achter de gezichten op de reisfilm van zijn grootouders.
De volledige appreciatie over Drie Minuten in Polen lees je hier.
Auteur Glenn Kurtz haalt een familiefilmpje van onder het stof. Het is het beeldverslag van de reis die zijn grootouders in de zomer van1938 maakten naar Nederland, België, Polen, Zwitserland en Engeland. Naast de klassieke toeristische beelden, bevat de film ook een straatopname van drie minuten in Nasielsk (Polen), de geboorteplaats van Kurtz’ opa. De mensen op de opname zijn allemaal Joods en de auteur beseft dat dit wellicht de laatste beelden zijn van een gemeenschap die exact een jaar later zal gedeporteerd worden. Gefascineerd door deze gedachte gaat hij op zoek naar wie op dit filmpje te zien zijn. Wie van hen overleefde de Holocaust? Hoe was het leven in Nasielsk vòòr de oorlog? Enkele jaren zoekwerk brengen hem niet veel verder dan de juiste naam van het stadje (een fout in de familieoverlevering deed hem eerst geloven dat het om Berezne ging, de geboorteplaats van zijn grootmoeder), een paar namen van toenmalige inwoners en enkele foto’s. Tot de kleindochter van Maurice Chandler op de site van het Holocaust Memorial Museum (Washington D.C.) de link naar het filmpje aanklikt en haar grootvader herkent in het gezicht van een dertienjarige jongen … Maurice (Morry) Chandler werd Kurtz’ ‘steen van Rosetta’ om het filmpje dat zijn grootvader in 1938 maakte te ontcijferen.
In Drie Minuten in Polen brengt Glenn Kurtz minutieus verslag uit over zijn moeizame, maar passionele speurtocht naar de namen, relaties en verhalen (een enkele keer zelfs een sappige dorpsroddel) achter de gezichten op de reisfilm van zijn grootouders.
De volledige appreciatie over Drie Minuten in Polen lees je hier.
De dertienjarige Maurice Chandler zoals zijn kleindochter hem herkende op het filmpje op de site van het Holocaust Memorial Museum (Washington D.C.)
|
Mysterie ...
Een opmerkelijk gegeven, of beter gezegd: een raadsel, betreft het filmpje van Kurtz opa zélf. Het is te bekijken op de site van het Holocaust Memorial Museum (Washington D.C.). Wie Googelt naar ‘Kurtz + Drie minuten in Polen’ vindt ook een ‘compilatiefilmpje’ over Kurtz’ boek waarin niet alleen de auteur, maar ook Maurice Chandler en zijn kleindochter aan het woord komen. Tussendoor zie je ook fragmenten uit de originele filmbeelden van Kurtz’ opa. Daarop komt de jonge Chandler duidelijk in beeld. Het is nota bene op deze beelden dat zijn kleindochter hem herkende. En nu komt het: die exacte beelden zijn merkwaardig genoeg nièt terug te vinden op het filmpje op de site van het Holocaustmuseum (dat de kleindochter nochtans aanklikte) In het boek is trouwens ook sprake van beelden over het verlaten van de synagoge. Ook die beelden zie je niet terug op de site van het Holocaustmuseum …
De gruwelijke realiteit achter de fictie: Ik zag een Man (Owen Sheers, uitgeverij Ambo/Anthos)
In Ik zag een Man (Owen Sheers, , 2015, uitgeverij Ambo/Anthos) slaat het noodlot toe. Michael Turners vrouw, Caroline, wordt op journalistieke missie in Pakistan getroffen door een bom, afgevuurd door een 'onbemande' drone. Om dit verlies te verwerken, verhuist Michael naar Londen, waar hij bevriend raakt met zijn buren Samantha en Josh. Tot ook daar het noodlot toeslaat ...
Mijn appreciatie van Ik zag een Man lees je hier.
Het thema van de militaire drones kwam deze week aan bod in De Afspraak op Canvas.be:
Operaties met onbemande drones zijn heel wat minder precies dan het Amerikaanse leger doet uitschijnen. Dat blijkt uit gelekte overheidsdocumenten. Het aantal burgerslachtoffers is enorm, en het leger probeert bovendien om die doden te verdoezelen.Dezelfde journalisten die de documenten van klokkenluider Edward Snowden naar buiten brachten, publiceerden gisteren "The Drone Papers", gebaseerd op een aantal overheidsdocumenten die de werking van militaire operaties in Afghanistan, Jemen en Somalië blootleggen.
Het team van de website "The Intercept" deed er een maand over om de documenten te analyseren. In acht artikels onthullen ze de vele gebreken van operaties met onbemande drones.
Een dieptepunt is de operatie Haymaker, in het noordoosten van Afghanistan. In vijf maanden tijd zouden 90 procent van de dodelijke slachtoffers van droneaanvallen niet-beoogde doelwitten zijn geweest. Bovendien zou het Amerikaanse leger die onbekende slachtoffers nadien hebben bestempeld als "EKIA's", of "enemies killed in action".
De bron van de geheime documenten, die voorlopig anoniem blijft, sprak zijn bezorgdheid over de onzorgvuldige aanvallen met drones uit. "Het Amerikaanse leger is verslaafd geraakt aan deze manier van werken", zegt hij. "Ze kunnen gemakkelijk hun manier van werken aanpassen, maar ze willen niet stoppen omdat het voor hen efficiënte oorlogsvoering is. Met drones is een echte invasie niet nodig."
Bij de Amerikaanse overheid wou niemand reageren. "We geven geen commentaar op geclassificeerde stukken", klonk het bij het Witte Huis.
Nathalie Van Raemdonck gaf meer uitleg in "De afspraak"
(bron: deredactie.be, 17/10/15)
Onvervreemdbaar
Dit wordt ons niet ontnomen: lezen,
en ademloos het blad omslaan,
ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.
Zij waren het van kind af aan.
Hen wenkt een wereld waar de groten,
de tijdelozen, voortbestaan.
Tot wie wij kleinen mogen gaan;
de enigen die ons nooit verstoten.
Ida Gerhardt
Uit: Het Sterreschip, 1979
en ademloos het blad omslaan,
ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.
Zij waren het van kind af aan.
Hen wenkt een wereld waar de groten,
de tijdelozen, voortbestaan.
Tot wie wij kleinen mogen gaan;
de enigen die ons nooit verstoten.
Ida Gerhardt
Uit: Het Sterreschip, 1979
La Buissonnière, een ultieme leesplek
Deze zomer verbleven we in B&B La Buissonnière in Foussargues (Aigaliers, departement Gard, Languedoc-Roussillon), een gedroomde plek om je vakantieboeken te degusteren. Ik las er Oostende, de zomer van 1936 (Mark Schaevers, uitgeverij AtlasContact, 2001 - herwerking 2015) én Vlucht zonder einde (Joseph Roth, uitgeverij LJ Veen-AtlasContact, 2014).
In La Buissonnière ben je niet alleen 'weg van de wereld', maar ook in de goede handen van gastvrouw Natascha. Samen met haar man kocht ze het domein een viertal jaren terug van de eerste eigenaar, een architect die het gehucht Foussargues ontwierp en als B&B inrichtte. Een zalige plek. Natascha zet je niet alleen een uiterst verzorgd ontbijt voor (keuze uit: Frans ontbijt, Fitness of uitgebreid), maar verwent de gasten ook in haar restaurant. Wie het wenst kan ook zelf kokkerellen op het appartement. Het pittoreske stadje Uzès ligt op 6 km rijden met de wagen. Een absolute aanrader.
In La Buissonnière ben je niet alleen 'weg van de wereld', maar ook in de goede handen van gastvrouw Natascha. Samen met haar man kocht ze het domein een viertal jaren terug van de eerste eigenaar, een architect die het gehucht Foussargues ontwierp en als B&B inrichtte. Een zalige plek. Natascha zet je niet alleen een uiterst verzorgd ontbijt voor (keuze uit: Frans ontbijt, Fitness of uitgebreid), maar verwent de gasten ook in haar restaurant. Wie het wenst kan ook zelf kokkerellen op het appartement. Het pittoreske stadje Uzès ligt op 6 km rijden met de wagen. Een absolute aanrader.
B&B La Buissonnière in Foussargues, een zalige plek om te lezen.
Toeval bestaat écht - deel 2
Wie niet in het toeval gelooft, leest vooral verder.
Deze namiddag lees ik in De Consequenties (Nina Weijers, 2014, uitgeverij AtlasContact) op pagina 88 dit:
Deze namiddag lees ik in De Consequenties (Nina Weijers, 2014, uitgeverij AtlasContact) op pagina 88 dit:
Luttele minuten later (!) lees ik op de sociale media dit:
Dit kan toch niet meer toevallig zijn ... Het einde der tijden is nabij.
Lees ook hieronder: Toeval bestaat écht
Toeval bestaat écht
Hoe vaak komt het voor dat in twee opeenvolgende boeken die je leest een zeer onalledaags onderwerp zoals 'het 'oogsten' van ijs in de meren van New England (19de eeuw)' uitvoerig aan bod komt? Dit zou zowat hetzelfde zijn als zou je in twee opeenvolgende boeken iets lezen over pakweg 'de tonmolen in Paaslo die zo ontworpen is omdat voor een traditionele molen te veel bomen moesten worden gekapt'. Of hoe groot is de kans dat je in twee opeenvolgende romans iets leest over het feit dat er voor 'de inrichting van het Hilton Chicagohotel vanuit Pennsylvania zeven vrachtwagens vol met glaswerk en tien vrachtwagenladingen met 300.000 stuks serviesgoed uit een fabriek uit New Jersey werden aangevoerd'? Misschien win je nog eerder de lotto. Dat laatste viel me (nog) niet te beurt, maar de voorafgaande - zij het minder fortuinlijke - veronderstelling overkwam me wél.
Zowel in Walden (Henry David Thoreau, uitgeverij De Bezige Bij, p. 309-311) als in De IJsmakers (Ernest van der Kwast, uitgeverij De Bezige Bij, p. 23-24) gaan de auteurs heel uitvoerig in op het feit dat 's winters 'ijsploegers' neerstreken op de meren van Massachusetts (New England, VS) om grote blokken ijs uit de bevroren meren te zagen. Een mens zou er warm van krijgen ...
Zowel in Walden (Henry David Thoreau, uitgeverij De Bezige Bij, p. 309-311) als in De IJsmakers (Ernest van der Kwast, uitgeverij De Bezige Bij, p. 23-24) gaan de auteurs heel uitvoerig in op het feit dat 's winters 'ijsploegers' neerstreken op de meren van Massachusetts (New England, VS) om grote blokken ijs uit de bevroren meren te zagen. Een mens zou er warm van krijgen ...
Walden & De Plicht tot burgerlijke Ongehoorzaamheid, Henry David Thoreau. Uitgeverij De Bezige Bij, 2015. 410 p. Vertaling: Anton Haakman. Mijn appreciatie van Walden lees je hier. |
De IJsmakers, Ernest van der Kwast. Uitgeverij De Bezige Bij, 2015. 304 p.
Mijn appreciatie van De IJsmakers vind je hier. |
11 juli in stijl
Je verjaardag (en een boekenaankoop) vieren, doe je in stijl. Wij kozen op deze uitnemende 11 juli voor The Gulliver Tree (Cordoeanierstraat 4 in Brugge). Een tafeltje op het zonovergoten terrasje kwam net vrij. Het concept van dit koffie-en theehuis is een schot in de roos. De cosy inrichting (met in de winter een gezellig haardvuur) nodigt je uit om er bij een lekkere koffie of thee wat bij te praten of je boekenaankoop te keuren. En zeg nu zelf: waar kan dit beter dan op een terrasje waarvan de uitbaters naar eigen zeggen rechtstreeks afstammen van Jonathan Swifts Gulliver? |
Je verjaardag vieren is ook een reden om een portie vakantielectuur in te slaan. Vrouwlief en kinderen schonken me De IJsmakers van Ernest Van der Kwast (uitgeverij De Bezige Bij). Dit boek stond op mijn lijstje nadat we Van der Kwast op Lees Meer aan het woord hoorden in het Concertgebouw in Brugge op 31 mei jl. In een volgende editie van dit leesevenement komt De Consequenties van Nina Weijers (uitgeverij AtlasContact) aan bod, dus ook dat boek belandde op mijn leeslijst én in mijn verjaardagsboekenpakket.
Naar aanleiding van het interview dat vertaalster Els Snick op 4 juli jl. met auteur Volker Weidermann in Vrijstaat O. had naar aanleiding van zijn boek Zomer van de Vriendschap (uitgeverij Cossee) - zie vorige blogpost - kwam ik in de ban van protagonist Joseph Roth. In september bespreekt de Goetheleesclub van Els Snick in Vrijstaat O. Roths Vlucht zonder Einde (uitgeverij AtlasContact). Misschien kan ik hier nog op aansluiten, dus ook dat boek wilde ik lezen. Tot slot liet ik in boekhandel De Reyghere (Brugge) mijn oog vallen op Walden van Henry Thoreau (uitgeverij De Bezige Bij). Dat boek belandde dan weer op mijn lijstje naar aanleiding van Jan-Hendrik Bakkers In Stilte (uitgeverij AtlasContact) dat ik eerder dit jaar las. |
Joseph Roth en Oostende
Een boek komt naar je toe
… of dringt zich aan je op.
Dit was voor mij zeker het geval met Zomer van de Vriendschap van Volker Weidermann (uitgeverij Cossee, 2015) dat op zaterdag 4 juli aan het brede publiek wordt voorgesteld in Vrijstaat O. te Oostende.
De aankondiging van de boekpresentatie via de sociale media trok meteen mijn aandacht: Joseph Roth, Stephan Zweig, Oostende … Dàt boek moest en zou ik lezen.
Van de heer Korneel de Ruiter van uitgeverij Cossee mocht ik een beoordelingsexemplaar ontvangen en meteen kon ik (in gedachten en in lectuur) een weekje in Oostende vertoeven en dat in het selecte gezelschap van een groep Duitse auteurs in ballingschap anno 1936.
Mijn appreciatie van deze roman lees je hier: Zomer van de Vriendschap, Volker Weidermann, uitgeverij Cossee.
Toeval bestaat niet …
Op pagina 1 van het boek zitten Stefan Zweig en Joseph Roth in Café du Parc in Oostende (Marie-Joséplein), een van de enige, zoniet dé enige locatie uit die tijd die niet tegen de vlakte ging. Maar er is meer. Al kom ik al mijn hele leven in Oostende, pas een tweetal maanden terug bezocht ik de brasserie van Hôtel du Parc voor het eerst. Op aanraden van een collega. Ik dronk er een heerlijke koffie uit authentieke filter zoals die eerlang in brasserieën werden opgediend. Ik koos een zalig plekje uit op het terras waar ik van het eerste lentezonnetje kon genieten bij lectuur van Bergtocht (Ludwig Hohl). Hohl is zowaar een tijdgenoot van Joseph Roth en Stefan Zweig, maar of hij zijn collega’s ooit (in Oostende?) heeft ontmoet, weet ik niet. Dat ik luttele maanden later een boek zou lezen over de Duitse auteurs in ballingschap die ook samenkwamen in deze eigenste brasserie, kon ik op dat moment niet bevroeden.
… of dringt zich aan je op.
Dit was voor mij zeker het geval met Zomer van de Vriendschap van Volker Weidermann (uitgeverij Cossee, 2015) dat op zaterdag 4 juli aan het brede publiek wordt voorgesteld in Vrijstaat O. te Oostende.
De aankondiging van de boekpresentatie via de sociale media trok meteen mijn aandacht: Joseph Roth, Stephan Zweig, Oostende … Dàt boek moest en zou ik lezen.
Van de heer Korneel de Ruiter van uitgeverij Cossee mocht ik een beoordelingsexemplaar ontvangen en meteen kon ik (in gedachten en in lectuur) een weekje in Oostende vertoeven en dat in het selecte gezelschap van een groep Duitse auteurs in ballingschap anno 1936.
Mijn appreciatie van deze roman lees je hier: Zomer van de Vriendschap, Volker Weidermann, uitgeverij Cossee.
Toeval bestaat niet …
Op pagina 1 van het boek zitten Stefan Zweig en Joseph Roth in Café du Parc in Oostende (Marie-Joséplein), een van de enige, zoniet dé enige locatie uit die tijd die niet tegen de vlakte ging. Maar er is meer. Al kom ik al mijn hele leven in Oostende, pas een tweetal maanden terug bezocht ik de brasserie van Hôtel du Parc voor het eerst. Op aanraden van een collega. Ik dronk er een heerlijke koffie uit authentieke filter zoals die eerlang in brasserieën werden opgediend. Ik koos een zalig plekje uit op het terras waar ik van het eerste lentezonnetje kon genieten bij lectuur van Bergtocht (Ludwig Hohl). Hohl is zowaar een tijdgenoot van Joseph Roth en Stefan Zweig, maar of hij zijn collega’s ooit (in Oostende?) heeft ontmoet, weet ik niet. Dat ik luttele maanden later een boek zou lezen over de Duitse auteurs in ballingschap die ook samenkwamen in deze eigenste brasserie, kon ik op dat moment niet bevroeden.
Hôtel du Parc (Marie-Joséplein, Oostende) met nog authentiek interieur En het lijstje ‘toevalligheden’ is langer … Bergtocht kocht ik die dag in boekhandel Corman, even verderop in de Wittenonnenstraat. Blijkt nu dat er ook een link bestaat tussen deze boekenwinkel en Zomer van de Vriendschap. Protagonisten Roth en Zweig waren er vaste klanten, samen met ook andere in Oostende neergestreken Exil-auteurs, zoals Hermann Kesten, Egon Erwin Kisch en Irmgard Keun, de enige niet-joodse in het gezelschap met wie Roth die zomer een romance beleefde. Boekhandel Corman was destijds niet aan de Wittenonnenstraat gevestigd, maar om de hoek, in de Adolf Buysstraat. Ik ontdekte de boekhandel die dag voor het eerst en gaf het meteen een plaatsje op mijn lijstje: top-boekhandels. Stefan Zweig (links) en Joseph Roth (met strik)
op een terras in Oostende (Hôtel du Parc?) in 1936. Van hotel en villa naar wafels en matrassen De andere locaties uit Zomer van de Vriendschap zijn ondertussen verdwenen. Zo is er nu op de plaats waar ooit Maison Floréal stond (en waar Zweig met zijn maîtresse Lotte logeerde) een wafelhuis (Albert I-promenade). Op de plaats van het Hôtel de la Couronne (waar Roth verbleef in het gezelschap van Irmgard Keun) is nu een matrassenwinkel. Dit alles vernam ik op de aanbevelenswaardige site decorrespondent.nl Ik las er ook dat vertaalster Els Snick in Oostende een Joseph Roth Genootschap oprichtte. Mijn interesse in de figuur van auteur Joseph Roth is alleszins gewekt. Wordt vervolgd …
Op zaterdag 4 juli e.k. vond in Vrijstaat O te Oostende de boekpresentatie plaats van Zomer van de Vriendschap (Volker Weidermann). De auteur, vertaalster Els Snick, Gene Bervoets en het Lembergkwartet waren er de centrale gasten.
(met dank aan Marc Vandenbussche voor de foto's ) |
|
5OBooks - Hoe kies ik een boek?
Meaning Minus Truth Conditions #4,
Thomas Ehgartner (Kunstenfestival Watou 2O14, graanschuur) |
Via de blog van fervent lezer F. Zwaan (http://foxxblok.blogspot.nl ) kwam ik op de blog van Peter Pellenaars (http://www.petepel.nl) die aan zijn lezers de vragenreeks 50Books voorlegt. Laat ik nu net over vraag #19 grondig nagedacht hebben.
vraag 19: Ben jij ook zo bezig met de boeken die je nog wil lezen dat het soms moeilijk is om te kiezen? Maak werk van een lijstje Niets zo frustrerend als het besef dat je in een mensenleven onmogelijk alle goede boeken gelezen krijgt. Kiezen is dus de boodschap. En daar maak je best werk van, wil je je tijd niet verbeuzelen. Enige keuzehygiëne dringt zich dus op. Berusten in de gedachte dat je maar een taartpuntje van de (wereld)literatuur kan proeven, helpt ook. Lichtpunt: we leven steeds langer (zegt men). Wie onvoorbereid de boekenwinkel binnenstapt, laat zich niet zelden (ver)leiden door de (populaire) boekentoptien, aantrekkelijke (maar soms misleidende) covers of de persoonlijke (dus subjectieve) voorkeur van de boekhandelaar … Daarom laat de ervaren lezer dit alles links liggen en stevent hij –lijstje in de hand - af op de boekenkasten van zijn voorkeur. Een verlanglijstje biedt houvast; eenmaal binnen in de lusthof der literatuur, blijkt dit geen overbodige luxe. Honderden boekenruggen smeken de kandidaat-koper om zijn aandacht, maar vastberaden glijden zijn ogen verder, speurend naar de titels van de lijst. Wat helpt je bij het samenstellen van zo’n ‘verlanglijstje’? En welk boek verdient een plaatsje op die lijst? Dat maakt ieder voor zichzelf uit. Zoveel lezers, zoveel smaken. Welke leespapillen je ook hebt, je laat je best leiden door toonaangevende bladen en websites in jouw favoriete genre(s). De shortlists van de prestigieuze boekenprijzen helpen ook! Ook wie de bloggerswereld wil verkennen, vindt al vlug enkele blogs die matchen met zijn leesvoorkeur. Kunst is hier het kaf van het koren te scheiden want al die zelfverklaarde boekenkenners roepen zichzelf wat graag uit tot de fine fleur onder de lezers. Volg de gids Zelf volg ik het boekennieuws via websites als cobra.be, Mustreads.nl, Boekenkrant.com, Tzum.info, Hebban.nl, … maar ook mijn blogfavo’s op Bloglovin’ voorzien me van boekenlekkers. In kranten en tijdschriften als De Standaard, De Morgen en Knack vind ik recensies waar je kunt op bouwen. Bij mijn eigenlijke keuze laat ik me meestal leiden door de korte inhoud, de beoordeling van de recensent én –niet onbelangrijk - de uitgeverij. Mijn leeservaringen brachten me immers bij enkele uitgeverijen waarvan ik ondertussen weet dat die veelal het leesvoer bieden waar ik wel pap van lust. De cover vind ik een minder betrouwbare gids. Niet alle boeken met een mooie kaft bieden een lezenswaardig verhaal en vice versa. Uit al deze bronnen distilleer ik een lijstje en sla dit op in de app EverNote én op mijn blog (http://iboek.weebly.com). In de winkel Ben ik aan een nieuw boek toe, dan trek ik - lijstje in de hand - voldoende tijd uit voor een bezoek aan de betere boekhandel. Sommige daarvan doen zelfs dienst als lakmoesproef bij mijn definitieve keuze. Het overkomt me dus wel eens dat een boek onderaan mijn lijstje naar nummer één kan doorschieten wanneer ik merk dat boekhandel-huppeldepup dit boek in de kijker plaatst. Een boek dat bovenaan de lijst staat, is dus niet per definitie het volgende boek dat ik lees. Daar zit speling op. Maar het lijstje is wel richtinggevend (het overkomt me zelden dat ik met een totaal onbekend werk de winkel uitstap). “Een boek komt naar je toe.” Deze wetmatigheid laat ik bij de keuze van een boek ook vaak spelen. Met welk werk ik me ten slotte naar de kassa begeef, is dus ook altijd een keuze van het moment. Je zou ook kunnen stellen dat voor het lezen van een boek de tijd rijp moet zijn. Sommige titels verdienen nog wat gaartijd, anderen moeten nù gelezen! Naar de vlotten Thuisgekomen belandt de nieuwste aanwinst op het stapeltje - ik houd dit bewust klein - ‘te lezen’. Welk boek uit dit kransje dan effectief eerst gelezen wordt, hangt af van het moment. Maar één regel leg ik mezelf steevast op: eenmaal begonnen in een boek, dan lees ik het ook uit, als het nu wil vlotten of niet. En het moet gezegd, sinds ik werk maak van mijn lijstje, staan steeds minder boeken me tegen. |
Kierkegaard volgens Anne Chapelle
De auteurslezing van Jan-Hendrik Bakker in het Salon van Boekhandel De Reyghere (Grote Markt, Brugge) op donderdag 23 mei 2015, zette me er toe aan om het recentste werk van de auteur te lezen.
In zijn boek In Stilte, een Filosofie van de Afzondering (uitgeverij AtlasContact, 2015, 238 p.) belicht Jan-Hendrik Bakker het begrip waar filosoof Soren Kierkegaard als eerste op stuitte: authenticiteit (p. 126 ev.). Samengevat stelt Kierkegaard ‘dat authenticiteit in het innerlijk zit. ‘Worden wie je bent’ gebeurt volgens hem in de eenzaamheid van het hart, in het conflict dat wij met onszelf kunnen hebben en in de blinde sprong die wij moeten wagen bij het maken van de keuzes die bepalend zullen zijn voor ons leven. In het doorleven van die eenzame strijd zijn wij volgens hem als individu uniek; ieder voor zich moet door dat proces heen en wie dat niet durft die leeft zonder pathos en waarachtigheid; hij is geen mens maar een kuddedier.
./…
Daarmee is Kierkegaard de grondlegger van het existentialisme. In de stilte van de afzondering ontdekt hij dat zijn diepste wezen er alleen kan zijn omdat hij deel uitmaakt van een gemeenschap.’
(Jan-Hendrik Bakker in: In Stilte, een Filosofie van de Afzondering, uitgeverij AtlasContact, 2015, p. 128). Mijn recensie van Jan-Hendriks boek lees je hier.
./…
Daarmee is Kierkegaard de grondlegger van het existentialisme. In de stilte van de afzondering ontdekt hij dat zijn diepste wezen er alleen kan zijn omdat hij deel uitmaakt van een gemeenschap.’
(Jan-Hendrik Bakker in: In Stilte, een Filosofie van de Afzondering, uitgeverij AtlasContact, 2015, p. 128). Mijn recensie van Jan-Hendriks boek lees je hier.
Kierkegaards theorie over authenticiteit had ik nog maar net achter de kiezen, wanneer ik Anne Chapelle , de machtigste zakenvrouw in de Belgische modewereld, in de uitzending Alleen Elvis blijft bestaan (Canvas, 15 mei 2015) haar aangrijpende levensverhaal hoor vertellen. Een concretere invulling van Kierkegaards filosofie kun je je moeilijk indenken.
Uit de sterke getuigenis van Anne Chapelle blijkt hoe ze - op het scherp van de snede en op heel jonge leeftijd - keuzes heeft moeten maken die haar gemaakt hebben tot wie ze vandaag is: een authentiek, sterk, maar ook emotioneel persoon. We horen haar getuigen hoe ze weigerde om geleefd te worden, maar integendeel actie ondernam, zonder de pijn uit de weg te gaan. Ook dat ze die keuzes in eenzaamheid heeft gemaakt (ze verbleef een tijd in een klooster) zodat ze niet opgedrongen waren maar uit zichzelf kwamen. Dat ze in die moeilijke periode in haar leven eventjes een muur om zich heen bouwde, maar zich al vlug bewust werd van de Ander, in casu haar jongere zusjes. Dat ze dus ook is geworden wie ze is dankzij die zusjes! Zo vond Anne Chapelle de waarheid in het leven die hààr waarheid is: namelijk die van haar hart. Of hoe ook Anne Chapelle, geheel volgens Kierkegaards filosofie, de volheid (authenticiteit) in haar leven vond als product van haar innerlijke conflicten en keuzes …
Kijk verder: Alleen Elvis blijft bestaan (Eén, 15 mei 2015)
Menselijkheid sterft niet, zolang de mens niet sterft ...
De afgelopen maand (mei 2015) las ik, eerder toevallig, drie boeken over de nazikampen: In Memoriam Mizzi (Ida Simons, uitgeverij Cossee), Is dit een Mens (Primo Levi, uitgeverij Meulenhoff) en De Hel van Treblinka (Vasili Grossman in Een Klein Leven, uitgeverij Balans). In die volgorde.
Ida Simons en Primo Levi hebben de kampen zelf meegemaakt, terwijl Vasili Grossman zijn Hel van Treblinka op getuigenissen baseert. Toch is zijn werk het meest afschrikwekkend. Waar Primo Levi enkel verwijst naar Dantes Inferno, gebruikt Grossman die als rode draad. Uiteraard spreekt de beschrijving van Treblinka als vernietigingskamp nog meer tot de verbeelding dan die van een werkkamp als Buna-Monowitz (Primo Levi) of van een transitkamp als Westerbork (Ida Simons), maar toch blijft het verwonderlijk dat wie de kampen zélf heeft meegemaakt nog oog blijft hebben voor de goedheid in de mens (Primo Levi) of zelfs lichtvoetig over deze gruwel kan schrijven (Ida Simons). Waar Simons’ In Memoriam Mizzi zelfs iets weg heeft van een sprookje, schetst Levi’s Is dit een Mens de rauwe gruwel van Buna-Monowitz. Toch laat de auteur niet na om ook het laatste greintje menselijkheid die in het kamp aanwezig was te beschrijven. Grossmans Hel van Treblinka daarentegen is zwart als de nacht. Toch omschrijft Grossman treffend wat ook de boodschap van Simons en Levi is:
“Groots is de kracht van de menselijkheid! Menselijkheid sterft niet, zolang de mens niet sterft. En als er een kort maar verschrikkelijk tijdperk aanbreekt waarin beesten triomferen over de mens, behoudt de door beesten vermoorde mens tot zijn laatste adem zijn zielskracht, zijn helderheid van geest en zijn gloedvolle liefde. Terwijl het triomferende beest, ook na het vermoorden van een mens, een beest blijft. In die onsterfelijkheid van de menselijke zielskracht schuilt een somber martelaarschap, de triomf van een stervende mens over een levend beest.” (uit: De Hel van Treblinka, Vasili Grossman, uitgeverij Balans, p. 138-139).
Ida Simons en Primo Levi hebben de kampen zelf meegemaakt, terwijl Vasili Grossman zijn Hel van Treblinka op getuigenissen baseert. Toch is zijn werk het meest afschrikwekkend. Waar Primo Levi enkel verwijst naar Dantes Inferno, gebruikt Grossman die als rode draad. Uiteraard spreekt de beschrijving van Treblinka als vernietigingskamp nog meer tot de verbeelding dan die van een werkkamp als Buna-Monowitz (Primo Levi) of van een transitkamp als Westerbork (Ida Simons), maar toch blijft het verwonderlijk dat wie de kampen zélf heeft meegemaakt nog oog blijft hebben voor de goedheid in de mens (Primo Levi) of zelfs lichtvoetig over deze gruwel kan schrijven (Ida Simons). Waar Simons’ In Memoriam Mizzi zelfs iets weg heeft van een sprookje, schetst Levi’s Is dit een Mens de rauwe gruwel van Buna-Monowitz. Toch laat de auteur niet na om ook het laatste greintje menselijkheid die in het kamp aanwezig was te beschrijven. Grossmans Hel van Treblinka daarentegen is zwart als de nacht. Toch omschrijft Grossman treffend wat ook de boodschap van Simons en Levi is:
“Groots is de kracht van de menselijkheid! Menselijkheid sterft niet, zolang de mens niet sterft. En als er een kort maar verschrikkelijk tijdperk aanbreekt waarin beesten triomferen over de mens, behoudt de door beesten vermoorde mens tot zijn laatste adem zijn zielskracht, zijn helderheid van geest en zijn gloedvolle liefde. Terwijl het triomferende beest, ook na het vermoorden van een mens, een beest blijft. In die onsterfelijkheid van de menselijke zielskracht schuilt een somber martelaarschap, de triomf van een stervende mens over een levend beest.” (uit: De Hel van Treblinka, Vasili Grossman, uitgeverij Balans, p. 138-139).
In Memoriam Mizzi meets La Vita è bella ...
Het leven is mooi, La Vita è bella ... Ook voor een klein jongetje in een strafkamp? Volgens de gelijknamige tragikomedie van cineast Roberto Benigni (1997) wel. En ook volgens Ida Simons in haar novelle In Memoriam Mizzi, 1956). En er zijn nog meer raakvlakken tussen de film en de novelle …
Vooreerst is er de opgewekte toon in beide verhalen. Op zijn minst merkwaardig omdat ze allebei tegen de achtergrond van de (vernietigings)kampen spelen. Niet meteen de vrolijkste plek op aarde. In de film zorgt het personage van Guido Orefice (gespeeld door Roberto Benigni himself) voor de luchtige noot. Guido is niet alleen de opgewektheid zelve, maar ziet tegenover zijn zoontje Giosué, met wie hij samen in een vernietigingskamp belandt, geen andere mogelijkheid dan het hele kamp voor te stellen als één groot spel waarbij een tank kan gewonnen worden (Giosué is dol op tanks). Of Benigni zich voor het schrijven van het script door Ida Simons’ In Memoriam Mizzi heeft laten inspireren, is twijfelachtig maar toch draait ook de plot van deze novelle rond het opvrolijken van een jongetje in een kamp. Ida Simons verzint geen spel, maar zorgt voor een speelvriendje voor haar (zieke) zoontje Jan. De bijzondere hond Mizzi beschikt over de opmerkelijke gave te kunnen “lachen”. Meteen verovert hij het hart van Ida’s zoontje. Ida maakt van In Memoriam Mizzi geen zoveelste horrorverhaal over de kampen, maar vertelt een lieflijk verhaal over de vrolijke hond Mizzi. (De volledige bespreking van deze novelle lees je hier.) Beide verhalen kennen echter ook een tragische plotwending, maar deze hier onthullen zou niet kies zijn. Leitmotiv in Simons’ novelle is het adagio: “Wie een weg zoekt om iets te bereiken, zal die vinden”. Dit deed me meteen denken aan de scène uit La Vita è Bella waarin Guido de filosoof Shopenhauer uit de kast haalt om Giosué ervan te overtuigen dat je iets kunt krijgen, als je er maar hard genoeg in gelooft. Ook uit de opdracht vooraan in het boek blijkt Ida Simons’ onwrikbare geloof in positiviteit: “ …omdat ik wil dat mijn zoon (Jan) niet vergeten zou dat de donkerste uren verlicht kunnen worden door een liefdevol hart”. Hier is de link vlug gelegd met Guido’s opgewekte aanwezigheid die –net als in Ida Simons’ opdracht – de donkerste uren van Giosué verlicht. |
For Alice ...
|
Ik wist meteen dat er speciale band zou ontstaan tussen mij en Het Zwart en het Zilver van Paolo Giordano. Er is immers een dubbele link tussen huishoudster Signora A. uit het verhaal en mezelf, of beter gezegd, met mijn wederhelft.
Zo komt de beschrijving van Signora A. in grote mate overeen met Alice, de huishoudhulp (jaren 70, 80) van mijn schoonfamilie. Punten van overeenkomst? Hun voornaam begint met een A. (Anna, Alice), hun man sterft vroeg, ze zijn kinderloos, hebben geen of weinig familie, ze wonen heel bescheiden, er is de hechte band met hun ‘werkgever’ en zijn opgenomen in de familie, ze zijn er de ‘rots in de branding’, verkondigen om de haverklap ‘volkswijsheden’ , zijn als bejaarde vrouw nog aan het werk … Kortom, het kon niet anders of Signora A. nam in mijn verbeelding al heel vlug de gedaante aan van … Alice! Een tweede link is de film Babettes Feest (Gabriel Axel). De verteller en zijn vrouw Nora geven Signora A. de naam van de vrouw die in de film zo lekker kan koken: Babette. Laat deze film nu net hoog boven in mijn top-10 favofilms staan. Maar terug naar Alice. Ik heb haar ‘in dienst’ gekend toen mijn eega en ik nog op vrijersvoeten waren. Steeds in de achtergrond in de weer met zwabbers, emmers en dweilen. Waggelend. Alice waggelde. Ze stond er op om de hele familie elk jaar met Kerst in haar kleine stulpje uit te nodigen voor een maaltijd. Nu hadden de kookkunsten van Alice kwalitatief niet zo’n hoog Babettegehalte, maar het gebaar ontroerde ons en het was er best gezellig, dicht opeengepakt en iedereen liefst zo ver mogelijk verwijderd van de veel te hete kachel. Wanneer Alice later enkel nog het strijkwerk voor haar rekening nam en niet langer kwam helpen in het huishouden, verwaterde stilaan ons contact met haar. Wij waren ondertussen getrouwd en verhuisd, hadden het druk met onze kroost en het bouwen van ons nestje. Tot we vernamen dat Alice opgenomen was in het ziekenhuis en ik besloot om na het werk maar eens op bezoek te gaan. Haar ogen waren dicht, ze ademde zwaar en vlug en haar handen bewoog ze onrustig over het laken. Ik weet niet of Alice zich van mijn bezoek bewust geweest is, maar diezelfde nacht is Alice gestorven. Misschien was ik, naast het verplegend personeel, de laatste die bij haar is geweest … Er is dus misschien zelfs een derde link: de thema’s uit Het Zwart en het Zilver: afscheid van geliefden, fundamentele eenzaamheid en angst voor de (gedachte aan de) dood … Op hele speciale momenten voelen wij het in elk geval aan alsof Alice nog steeds in de familie is. Mijn appreciatie van Het Zwart en het Zilver lees je hier. |
Magistraal werk van Jeroen Brouwers: Het Hout
|
In een door kloosterlingen geleid jongenspensionaat vindt in de jaren vijftig van de vorige eeuw seksueel misbruik, sadisme en vernedering plaats.
Broeder Bonaventura is er getuige van de misdaden en de hypocrisie in de roomse kerk, die heden nog de verontwaardiging en frustratie oproepen van wie er het slachtoffer van zijn geweest. (flaptekst) |
Toen ik Het Hout van Els Wouters (uitgeversgroep Veen, Bosch & Keuning) net vòòr een midweekje Antwerpen als recensie-exemplaar mocht ontvangen, wist ik meteen dat ik goed zat voor enkele uiterst gesmaakte uren literatuur van de bovenste plank. Mijn dank voor deze perfect getimede zending.
Mijn appreciatie van deze roman lees je op i.Boek.
In wat volgt zou ik kunnen uitweiden over dit gênante thema. Quod non. In de plaats daarvan, neem ik je mee naar de plaatsen waar ik vertoefde terwijl ik verzwolgen werd door dit boek.
Antwerpen. Logerend in hotel Julien, vond ik er in het geborgen interieur niets van de kille kloostergangen, muffe dortoirs of ongezellige klaslokalen uit Het Hout terug. Een tegenstelling die kan tellen.
Mijn appreciatie van deze roman lees je op i.Boek.
In wat volgt zou ik kunnen uitweiden over dit gênante thema. Quod non. In de plaats daarvan, neem ik je mee naar de plaatsen waar ik vertoefde terwijl ik verzwolgen werd door dit boek.
Antwerpen. Logerend in hotel Julien, vond ik er in het geborgen interieur niets van de kille kloostergangen, muffe dortoirs of ongezellige klaslokalen uit Het Hout terug. Een tegenstelling die kan tellen.
Midweekje in Hotel Julien, Antwerpen
Mijn leessessies wisselde ik af met wandelingen door de stad, een gesmaakt bezoek aan de tentoonstelling in de Fabiolazaal: De Modernen, Kunst uit de Groote Oorlog en nog even de benen strekken tot aan het Centraal Station. Van daaruit terug naar de winkelwandelstraten. Vanuit de straat Lammenkensraamveld doemt op de gevel van de Stadsshouwburg huizenhoog het prachtige gedicht Klein op van Bart Moeyaert (stadsdichter Antwerpen, 2006-2007) , geïnspireerd door de Rechten van het Kind. Na wat ik zopas in Het Hout gelezen had, kon dit geen mooier eerbetoon zijn aan alle door geestelijken misbruikte kinderen. Ook verder op mijn wandeling blijft Het Hout me achtervolgen. Zij het dit keer in de vorm van een straatnaam die een glimlach op mijn gezicht tovert . De straat die de Korte Gasthuisstraat met de Lombardenstraat verbindt, heet Everdijstraat. Laat de Ever nu net de bijnaam zijn van de kindermisbruikende broeder Mansuetus die de leerlingen over zijn dij legt om hen af te rossen met het slaghout. |
Klein, Bart Moeyaert (2001).
|
Ik haast me terug naar hotel Julien waar ik in de lounge nog van enkele hoofdstukken geniet. Hoe loopt het verder af voor de getortureerde leerlingen Mark en Wil? Zal broeder Bonaventura blijven zwijgen? En wie is nu die Patricia die door zijn hoofd spookt?
De antwoorden op deze vragen laten nog op zich wachten tot het midweekje een vervolg krijgt in Nederlands oudste stad: Dordrecht. B&B Knolhaven aan de gelijknamige straat die de pittoreske Nieuwe Haven afboordt, blijkt de gedroomde plek om verder te lezen. Een bezoek aan de prachtige oude stad en een wandeling in de Biesbosch verzetten op tijd en stond mijn gedachten, al blijven Mansuetus, Bonaventura en de jongens Wil en Mark door mijn hoofd spoken. Thuis resten me nog enkele dagen vakantie om verder te lezen. Jeroen Brouwers heeft me weer meesterlijk ingepakt!
Augustus Klassieke Literatuur Maand sluit ik af met ... Augustus (John Williams, Lebowski Publishers)
En dan was er Augustus Klassieke Literatuur Maand (#AKLM) -niet aan elkaar geschreven, maar los- van boekenblogger Sandra (@SssandraVv) op http://sandraschrijftenleest.wordpress.com …
Met dit knappe leesbevorderende initiatief spoorde Sandra haar volgers en blogbezoekers aan om in augustus een of meerdere klassiekers te lezen. Een reactie, recensie of gewoon de titel en de auteur van het gelezen boek konden op haar blog gepost worden. De Nederlandse Goodreads hebban.nl sprong meteen op de kar en zette Sandra’s leesproject voor het voetlicht op hun site. Uiteindelijk stapten maar liefst 42 bloggers en lezers mee in dit verhaal.
Ook ik was meteen in voor deze uitdaging en wel om deze reden: als leesgeek ben ik sterk geneigd om steeds de nieuwste boeken te kopen. De klassiekers blijven op die manier vaak op de plank staan … Toch had ik toevallig –o tegenstrijdigheid- Het Einde van de Affaire (Graham Greene) gekocht. Met deze klassieker waagde ik dan maar mijn deelname aan Sandra’s initiatief.
Augustus Klassieke Literatuur Maand kon ik voor mezelf niet toepasselijker afsluiten dan ook deel te nemen met Augustus van John Williams, net als zijn andere werken Stoner en Butcher’s Crossing een van onder het stof gehaalde klassieker. En een klassieker is het! Van formaat zelfs. Een uitgebreide bespreking van Augustus (Lebowski Publishers, 2014) lees je op i.boek.
Ook al leest Augustus aanvankelijk niet zo vlotjes weg als de andere werken van Williams, toch pakte de auteur je na wat doorbijten helemaal in. Augustus kruipt onder je vel. Wanneer je dan, zoals ik, op reis in Narbonne (Frankrijk) midden in de stad een stuk van de via Domitia ziet liggen, komt het helemaal dichtbij. Zeker wanneer je net in Augustus de brief van Cicero aan Lepidus in Narbonne hebt zitten lezen … Even verderop vind ik in La Médiathèque een prachtig mozaïek uit een Romeinse villa die op die plaats had gestaan, exact in de periode van Octavianus Caesar (mozaïek gedateerd tussen 50 en 25 v.o.t.).
Met dit knappe leesbevorderende initiatief spoorde Sandra haar volgers en blogbezoekers aan om in augustus een of meerdere klassiekers te lezen. Een reactie, recensie of gewoon de titel en de auteur van het gelezen boek konden op haar blog gepost worden. De Nederlandse Goodreads hebban.nl sprong meteen op de kar en zette Sandra’s leesproject voor het voetlicht op hun site. Uiteindelijk stapten maar liefst 42 bloggers en lezers mee in dit verhaal.
Ook ik was meteen in voor deze uitdaging en wel om deze reden: als leesgeek ben ik sterk geneigd om steeds de nieuwste boeken te kopen. De klassiekers blijven op die manier vaak op de plank staan … Toch had ik toevallig –o tegenstrijdigheid- Het Einde van de Affaire (Graham Greene) gekocht. Met deze klassieker waagde ik dan maar mijn deelname aan Sandra’s initiatief.
Augustus Klassieke Literatuur Maand kon ik voor mezelf niet toepasselijker afsluiten dan ook deel te nemen met Augustus van John Williams, net als zijn andere werken Stoner en Butcher’s Crossing een van onder het stof gehaalde klassieker. En een klassieker is het! Van formaat zelfs. Een uitgebreide bespreking van Augustus (Lebowski Publishers, 2014) lees je op i.boek.
Ook al leest Augustus aanvankelijk niet zo vlotjes weg als de andere werken van Williams, toch pakte de auteur je na wat doorbijten helemaal in. Augustus kruipt onder je vel. Wanneer je dan, zoals ik, op reis in Narbonne (Frankrijk) midden in de stad een stuk van de via Domitia ziet liggen, komt het helemaal dichtbij. Zeker wanneer je net in Augustus de brief van Cicero aan Lepidus in Narbonne hebt zitten lezen … Even verderop vind ik in La Médiathèque een prachtig mozaïek uit een Romeinse villa die op die plaats had gestaan, exact in de periode van Octavianus Caesar (mozaïek gedateerd tussen 50 en 25 v.o.t.).
Mozaïek uit Romeinse villa (ca. 50 - 25 v.o.t.) te Narbonne (huidige La Médiathèque)
Eigenlijk stond mijn hele zomer zowat in het teken van klassiekers: in juli las ik al Een dwaze Maagd (Ida Simons) en Vraag het aan het Stof (John Fante). In augustus las ik tussendoor ook nog Een maand op het Land (J.L. Carr). Kortom, Sandra’s initiatief kon niet gepaster langskomen! Ook zin om een klassieker te lezen? Bezoek dan zeker http://sandraschrijftenleest.wordpress.com om er inspiratie op te doen. Veel leesgenot, op Sandra’s blog en met je klassieker! |
Via Domitia (Narbonne)
|
Een maand op het land, J.L. Carr
|
Dit filmpje van Maarten ’t Hart op Tzum.info zette me ertoe aan om Een Maand op het Land van de voor mij tot voor kort onbekende J.L. Carr te lezen. ’t Hart prijst het aan als een ‘wonderbaarlijk’ boekje en dat is het ook.
Een meesterwerkje dus. Zeg dat ’t Hart het gezegd heeft. Een uitgebreide bespreking van Een Maand op het Land (Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2014) lees je op i.boek. De ronduit prachtige pastorale passages waarin J.L. Carr bijna voelbaar de natuur in volle zomer op het Engelse platteland beschrijft, deden me af en toe denken aan de natuurbeschrijvingen die Jef Geeraerts ten beste geeft in verhalen zoals ‘De Zeer goede Plek’ (Indian Summer, uitgevrij Manteau). Voor mij bereikt deze novelle haar hoogtepunt waar Tom Birkin en Alice Keach alleen zijn met elkaar en de kans krijgen hun ware gevoelens voor elkaar te uiten … Spontaan kwam bij deze passage de songtekst Nu of Nooit van de Tröckener Keks bij me op: Wij tweeën hier samen Dit kon wel eens het begin zijn van Ons tweeen wij samen Het hangt in de lucht als nu maar Een van ons ons tweeen Zegt wat er gezegd moet worden hier Nu of nooit << A month in the Country werd in 1987 verfilmd door Pat O’Connor (bron: http://en.wikipedia.org/wiki/A_Month_in_the_Country_(film) . De film haalt het in de verste verten niet op het boek en is eerder een letterlijke weergave van de dialogen. Het tempo is té traag en de verhaallijn uit het boek wordt te slaafs gevolgd. |
Ik begin Augustus Klassieke Literatuur maand met Het Einde van de Affaire
Mijn eerste klassieker in augustus
Bij collega-boekblogger Sandra van Sandra Schrijft en Leest, ging de actie Augustus klassieke literatuur maand (#AugustusKLM) van start. De bedoeling is om in augustus een of meerdere klassiekers te lezen. Een mooi initiatief dat de klassiekers voor het voetlicht plaatst. Ik las Het Einde van de Affaire van Graham Greene. Wie verslingerd is op het thema ‘onmogelijke liefdes’ krijgt met dit boek waar voor zijn geld. Opgelet: in Het Einde van de Affaire komt ook thema van de zoektocht naar God (ruimschoots) om het hoekje kijken, al houdt de ongelukkige liefdesgeschiedenis van Maurice en Sarah de bovenhand. Een heel mooi boek vol verrassende elementen.
Een uitgebreide bespreking van Het Einde van de Affaire (Xander Uitgevers BV, 2014) lees je op iBoek.
Odi et amo
Tijdens het lezen schoot me een vers te binnen van Catullus: Odi et amo (ik haat en ik bemin). Protagonist Maurice is weliswaar hopeloos verliefd op Sarah, maar zodra hij niet bij haar is, wordt hij verteerd door jaloezie, achterdocht en zelfs door haatgevoelens. Dit lijkt heel sterk, maar Greene zet een geloofwaardig personage neer. Het lijkt wel alsof Greene dit gedicht van Catullus (Carmen 85) in gedachten had bij het schrijven van Het Einde van de Affaire:
Ik haat en ik bemin. Waarom ik dit doe vraag je misschien ?
Ik weet het niet. Maar ik voel het gebeuren en het verscheurt me .
Odi et amo. Quare id faciam, fortasse requiris?
Nescio, sed fieri sentio et excrucior.
bron: Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Gaius_Valerius_Catullus), 2/8/2014
Mooier dan met deze versregels kan het thema van Het Einde van de Affaire niet samengevat worden.
V1-bommen op London ...
In de marge van mijn leeservaring met dit boek, nog deze ietwat akelige anekdote:
Aan het begin van het verhaal geraakt Maurice bij de inslag van een V1-bom bedolven onder het puin. Graham Greene beschrijft overigens heel raak de ervaringen die de Londenaars met deze oorlogstuigen hadden en doet de lezer zodoende ook even stilstaan bij de verschrikkingen van de oorlog. Het toeval wil nu dat ik, net na het lezen van dit hoofdstuk, met vrienden een fietstochtje maak in de streek van West-Vleteren (West-Vlaanderen). Op zoek naar een geschikte picknickplaats, belanden we in een bos en vinden we een open plek waar we ons de meegebrachte spijs en drank laten smaken. Zon, vrienden, fietsen, de natuur, een lekkere picknick … meer mag een mens niet verlangen. Etend, drinkend, lachend en pratend valt ons oog op een betonnen ondergrond die hier en daar onder de gevallen bladeren en klimopranken zichtbaar is. Bij nader onderzoek, blijken we op een grote betonnen plaat te zitten, wat ons wel vreemd lijkt, zo midden in het bos. Voldaan en uitgerust besluiten we onze tocht verder te zetten. Bij het verlaten van onze picknickplaats vinden we een door ons niet eerder opgemerkt ‘toeristenbord’ met enige uitleg over de site. Bleek dat we onze middagpauze hadden doorgebracht op een plek wat tijdens Wereldoorlog 2 een geschutsstelling voor V1-bommen was geweest … (Meer info: V1-bommen in West-Vlaanderen). Het was door deze V1-bommen dat Maurice in Het Einde van de Affaire onder het puin bedolven werd. Of hoe een boek je niet loslaat, ook al ga je er een dagje op uit om te fietsen.
de lanceerplaat (zonder overwoekerende plantengroei)
Is Een dwaze Maagd (Ida Simons) nu een klassieker?
Augustus is klassieke literatuur maand bij Sandra schrijft en leest
Sandra (van de blog Sandra schrijft en leest) organiseert in augustus een wel heel inspirerende leesactie: "Augustus is klassieke literatuur maand". iBoek is helemaal in voor deze actie. Op haar blog lees je ter inspiratie alleszins al enkele titels waarmee je aan de slag kunt (Sandra is wel zo bijdehand dat ze twee uitgeverijen kon 'strikken' om haar actie te steunen: De Bezige Bij en Atlas Contact).
Wie haar blog bezoekt, kan ook haar of zijn voorkeur aanduiden voor de klassiekers die Sandra zelf wil gaan lezen: Van de koele Meren des doods (Frederik van Eeden), Turks Fruit (Jan Wolkers) of De stille Kracht (Louis Couperus). Hoewel ik dit alledrie toppers vind, stipte ik toch Van de koele Meren des Doods aan (dit bleek -toen- overigens ook de voorkeur te zijn van de meeste deelnemers aan de poll). Het was een van de eerste romans die ik in mijn studententijd heb verslonden. Sindsdien ben ik eigenlijk niet meer gestopt met lezen.
Leuk is ook dat je Sandra nog een eigen voorstel mag doen … Dit zette mij aan het denken: welke 'klassieker' kan ik Sandra aanraden? Welke klassieker heb ik graag gelezen of zou ik in augustus zelf gaan lezen? Maar wat is een klassieker nu eigenlijk?
Wat is een klassieker?
Toevallig las ik de laatste tijd bijna uitsluitend oude knarren: Een Dwaze Maagd (Ida Simons, 1959), Vraag het aan het Stof (John Fante, 1939), Lichtjaren (James Salter, 1975), Butcher's Crossing (John Williams, 1960 ), On the Road (Jack Kerouac 1955, ). Het Einde van de Affaire (Graham Greene, 1951) ligt klaar… Stop! Zijn dit eigenlijk wel klassiekers? En wat met de nieuwste Haruki Murakami die ik vorige maand nog las (De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn Pelgrimsjaren, 2013). Is dat nù al geen klassieker? Of Oorlog en Terpentijn (Stefan Hertmans, 2013)? Wat is eigenlijk een klassieker? Ik ging te rade bij redder-in-nood-Wikipedia:
Sandra (van de blog Sandra schrijft en leest) organiseert in augustus een wel heel inspirerende leesactie: "Augustus is klassieke literatuur maand". iBoek is helemaal in voor deze actie. Op haar blog lees je ter inspiratie alleszins al enkele titels waarmee je aan de slag kunt (Sandra is wel zo bijdehand dat ze twee uitgeverijen kon 'strikken' om haar actie te steunen: De Bezige Bij en Atlas Contact).
Wie haar blog bezoekt, kan ook haar of zijn voorkeur aanduiden voor de klassiekers die Sandra zelf wil gaan lezen: Van de koele Meren des doods (Frederik van Eeden), Turks Fruit (Jan Wolkers) of De stille Kracht (Louis Couperus). Hoewel ik dit alledrie toppers vind, stipte ik toch Van de koele Meren des Doods aan (dit bleek -toen- overigens ook de voorkeur te zijn van de meeste deelnemers aan de poll). Het was een van de eerste romans die ik in mijn studententijd heb verslonden. Sindsdien ben ik eigenlijk niet meer gestopt met lezen.
Leuk is ook dat je Sandra nog een eigen voorstel mag doen … Dit zette mij aan het denken: welke 'klassieker' kan ik Sandra aanraden? Welke klassieker heb ik graag gelezen of zou ik in augustus zelf gaan lezen? Maar wat is een klassieker nu eigenlijk?
Wat is een klassieker?
Toevallig las ik de laatste tijd bijna uitsluitend oude knarren: Een Dwaze Maagd (Ida Simons, 1959), Vraag het aan het Stof (John Fante, 1939), Lichtjaren (James Salter, 1975), Butcher's Crossing (John Williams, 1960 ), On the Road (Jack Kerouac 1955, ). Het Einde van de Affaire (Graham Greene, 1951) ligt klaar… Stop! Zijn dit eigenlijk wel klassiekers? En wat met de nieuwste Haruki Murakami die ik vorige maand nog las (De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn Pelgrimsjaren, 2013). Is dat nù al geen klassieker? Of Oorlog en Terpentijn (Stefan Hertmans, 2013)? Wat is eigenlijk een klassieker? Ik ging te rade bij redder-in-nood-Wikipedia:
|
Daaruit leren we alvast dat - anders dan bij termen als 'antiek' (minimum 75 jaar oud) of 'old timers' (minimum 25 jaar oud) - het jaar van verschijnen geen doorslaggevende rol speelt, maar veeleer de uitzonderlijke kwaliteit en/of de nostalgische waarde van de roman bepalen of het om een '(moderne) klassieker' gaat. En zo lees/las je wellicht al meer klassiekers dan je denkt! Deelnemen dus aan die actie van Sandra!
En is Een dwaze Maagd (Ida Simons, 1959) nu een klassieker?
Een vergeten parel van ons literaire verleden is het alleszins wel. Uitgeverij Cossee nam een wijze beslissing om dit debuutwerk van Ida Simons uit 1959 opnieuw uit te geven. Simons werd toentertijd met lofbetuigingen overstelpt en ook nu nog oogst ze (postuum*) niets dan lof. Dit maakte mij alleszins nieuwsgierig genoeg om het boek te lezen. Een uitgebreide bespreking van Een dwaze Maagd, Ida Simons (uitgeverij Cossee, 2014) lees je op iBoek.
Klik hier en bekijk de bespreking van Wim Brands voor Tzum.
* Ida Simons overleed onverwacht in 1960, een jaar na het verschijnen van haar debuutroman.
Augustus wordt ook klassieke literatuur maand bij iBoek
… al ziet mijn verlanglijstje er net niet zo klassiek uit, toch geef ik in augustus voorrang aan 'klassiekers'. Ik neem in dit laatste deel van juli alvast een aanloop met Het Einde van de Affaire van Graham Greene. Wat er in augustus op mijn leesbord komt, zien we nog wel. Wordt vervolgd … hier en op de blog van Sandra schrijft en leest! Veel klassiek leesgenot.
En is Een dwaze Maagd (Ida Simons, 1959) nu een klassieker?
Een vergeten parel van ons literaire verleden is het alleszins wel. Uitgeverij Cossee nam een wijze beslissing om dit debuutwerk van Ida Simons uit 1959 opnieuw uit te geven. Simons werd toentertijd met lofbetuigingen overstelpt en ook nu nog oogst ze (postuum*) niets dan lof. Dit maakte mij alleszins nieuwsgierig genoeg om het boek te lezen. Een uitgebreide bespreking van Een dwaze Maagd, Ida Simons (uitgeverij Cossee, 2014) lees je op iBoek.
Klik hier en bekijk de bespreking van Wim Brands voor Tzum.
* Ida Simons overleed onverwacht in 1960, een jaar na het verschijnen van haar debuutroman.
Augustus wordt ook klassieke literatuur maand bij iBoek
… al ziet mijn verlanglijstje er net niet zo klassiek uit, toch geef ik in augustus voorrang aan 'klassiekers'. Ik neem in dit laatste deel van juli alvast een aanloop met Het Einde van de Affaire van Graham Greene. Wat er in augustus op mijn leesbord komt, zien we nog wel. Wordt vervolgd … hier en op de blog van Sandra schrijft en leest! Veel klassiek leesgenot.
Vraag het aan het Stof (John Fante) en If You go to LA (Simone Felice)
Ook dit keer een linkje tussen muziek en literatuur. Toevallig hoorde ik onder het lezen van Vraag het aan het Stof (John Fante, uitgeverij Meulenhoff) de mooie song van Simone Felice, If You go to LA (2014). Hoewel het tekstueel niet zo diepgravend is, schoof het passend over de inhoud van Vraag het aan het Stof. In Fantes klassieker (1939) hebben we met name de schrijver Arturo Bandini die in LA het schrijversgeluk gaat zoeken én de mooie Mexicaanse Camilla Lopez in de ogen kijkt … Waar Simone Felice nog waarschuwt voor drugs, slaat Camilla deze waarschuwing anachronistisch in de wind…
|
> If You go to LA (Simone Felice), 2014
|
Een uitgebreide bespreking van Vraag het aan het Stof, John Fante (uitgeverij Meulenhoff, 2014) lees je op deze blog.
|
Onder het lezen van Vraag het aan het Stof doet de naam Arturo Bandini je uiteraard denken aan de film met de gelijknamige naam erin vermeld: Wait until Spring, Bandini (Dominique Deruddere, 1989). Laat dat nu net de échte eerste roman van John Fante zijn (waar Arturo Bandini in Vraag het aan het Stof naartoe werkt), wellicht door Deruddere verfilmd onder impuls van Charles Bukowski die Fante bewierookte als zijn grote voorbeeld.
Ask the Dust kwam in 2006 ook als filmversie uit (Robert Towne). Over de romanfiguur Arturo Bandini (alter ego van John Fante) schreef de auteur naast Wait until Spring, Bandini en Ask the Dust ook nog Dreams from Bunker Hill (de wijk waar Arturo Bandini in Vraag het aan het Stof zijn intrek neemt in hotel Alta Loma). Deze drie semi-autobiografische boeken vormen samen The Road to Los Angeles (de jaren 30, maar post mortem uitgegeven): de Arturo Bandini Saga. (Bron: Wikipedia, 9/7/14)
Ask the Dust kwam in 2006 ook als filmversie uit (Robert Towne). Over de romanfiguur Arturo Bandini (alter ego van John Fante) schreef de auteur naast Wait until Spring, Bandini en Ask the Dust ook nog Dreams from Bunker Hill (de wijk waar Arturo Bandini in Vraag het aan het Stof zijn intrek neemt in hotel Alta Loma). Deze drie semi-autobiografische boeken vormen samen The Road to Los Angeles (de jaren 30, maar post mortem uitgegeven): de Arturo Bandini Saga. (Bron: Wikipedia, 9/7/14)
Colombia Buffet in LA waar Arturo Baldini valt
voor de mooie Mexicaanse dienster, Camilla Lopez. (bron: http://fanteaskthedust.wordpress.com/geography/) |
Alta Loma Hotel in LA (Bunker Hill wijk), waar Arturo Baldini een kamer huurt om 'een groot schrijver' te worden … (bron: http://fanteaskthedust.wordpress.com/geography/) |
Mooiste zin:
"Alles wat ik wilde weten stond in smartelijke zinnen op de verlatenheid van haar gezicht geschreven." (p. 196)
"Alles wat ik wilde weten stond in smartelijke zinnen op de verlatenheid van haar gezicht geschreven." (p. 196)
Lichtjaren (James Salter): waar Nederpop en literatuur elkaar raken …
Is dit alles? Deze songtitel van de Nederlands groep Doe Maar benadert nog het dichtst de inhoud van Lichtjaren. Gek genoeg is Alles wat is ook de titel van Salters andere meesterwerk … Misschien had hij beter deze titel op de cover van dit verhaal gedrukt.
Feit is dat de songtekst Is dit alles? volledig de inhoud van Lichtjaren vat. Een uitgebreide bespreking van Lichtjaren, James Salter (uitgeverij De Bezige Bij, 2014) lees je op deze blog.
|
Doe Maar – Is dit alles? (1982)
Ga zitten want ik wil eens met je praten Ik ben allang niet meer zo blij als toen Nee schrik maar niet ik wil je niet verlaten Er is iets en ik kan er niets aan doen We komen niets te kort we hebben alles ‘n Kind 'n huis 'n auto en elkaar Maar weet je lieve schat wat het geval is Ik zoek iets meer ik weet alleen niet waar Is dit alles oehoehoeh is dit alles oehoehoeh is dit alles wat er is (2x) We zijn nu net een stuk in dertien delen Aan het einde zijn we allemaal de klos We leven trouw het leven van zo velen Ik wil iets meer ik wil 'n beetje los is dit alles oehoehoeh is dit alles oehoehoeh is dit alles wat er is (2x) is dit alles oehoehoeh is dit alles oehoehoeh is dit alles wat er is (2x) is dit alles (4x) jah kom nou is dit alles (4x) nee nee nee is dit alles (4x) |
Gelukkig de Gelukkigen die Het Paard van Troje ontdekken in Gent
Muziek en koffie met De Kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren (Haruki Murakami, Atlas-Contact, 2014, 361 blz.)
De kleurloze Tsukuru Tazaki en Saint-Rémy de Provence ...
Muziek …
Net als in zijn andere werken, hecht Haruki Murakami ook in De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn Pelgrimsjaren bijzonder veel belang aan muziek. Het melancholische Le Mal du Pays (Franz Liszt, cyclus: 'Pelgrimsjaren') weerklinkt op verschillende bladzijden in een uitvoering van Lazar Berman.
Franz Liszt, gefotografeerd door Nadar* in maart 1886
* Nadar komt ook aan bod in de vorige bijdrage op deze blog over Hoogteverschillen (Julian Barnes), zie hieronder. Als hij in Tokyo studeert wordt Pelgrimsjaren de flat van Tsukuru Tazaki, die inmiddels bouwkunde studeert, binnengedragen door Haida, een jongerejaars met wie Tsukuru een vorm van vriendschap sluit. Als Haida uit zijn leven verdwijnt laat hij de platen achter.
Haida wijdt hem in in de muziek: “Hoe heet deze pianist?” “Lazar Berman. Dat is een Russische pianist die Liszt speelt alsof hij ragfijne psychologische beelden tekent. De meeste mensen denken dat de pianowerken van Liszt oppervlakkige technische hoogstandjes zijn, en die zitten er natuurlijk ook tussen. Maar als je zijn hele oeuvre met aandacht beluistert, zul je er een karakteristieke diepte in opmerken. Alleen ligt die iin de meeste gevallen knap verborgen achter de versiering. Pelgrimsjaren is daar een uitstekend voorbeeld van. Er zijn tegenwoordig nog maar weinig pianisten die Liszt kunnen spelen zoals het hoort: correct én mooi. Naar mijn persoonlijke mening zijn dat Lazar Berman onder de betrekkelijk jongere, en onder de oudere Claudio Arrau." (bron: www.hanta.nl) … en koffie
Wie zoekt, die vindt … Le Bon Café!
Een dag in Saint-Rémy start steevast met een bezoekje aan de warme bakker waar we enkele croissantjes en ' des ficelles' inslaan voor het ontbijt. Een koffietje in Bar l'Industrie op de Boulevard Mirabeau behoort dan tot het vaste ochtendritueel. "Welke koffie serveert u precies", vroeg ik de uitbaatster op een schitterende morgen in de taal van Molière. "Ah ça, c'est le bon café …" "Non, non", corrigeerde ik, "c'est vraiment le meilleur café que j'ai bu!" Enfin er ontspon zich onmiddellijk een babylonische spraakverwarring tot mij duidelijk werd dat de waardin op het merk doelde en niet op de smaak. Le Bon Café dus … "En of we dat zwarte goud dan ook als particulier konden inslaan", wilde ik nog weten. Dat was zeker mogelijk en daarvoor hoefden we volgens haar niet eens zover te rijden. De weg die vanuit Saint-Rémy naar Chateaurenard leidt, zou ons zo langs de verdeler brengen. Vastbesloten deze atypische provençaalse lekkernij en vrac in te kopen, duurde het toch tot onze recentste reis om daar echt werk van te maken. Onze eerste expeditie bracht ons pal op het middaguur bij een vestiging van Le Bon Café dat … nog dichter zat dan een vacuümgetrokken koffiepakje: middagpauze. Twee uur wachten tot de poorten van het koffiewalhalla zich zouden openen, zagen we wegens rammelde buikjes niet echt zitten waarop we besloten de volgende dag een tweede poging te wagen. Enkele googlekunstjes leerden ons trouwens dat we niet aan het verkooppunt, maar aan de koffiebranderij zelf hadden gestaan. Dat hadden we dan in elk geval aan de buitenkant gezien. Bovendien moesten we in de andere industriezone van Chateaurenard zijn. Dat vonden we 's anderendaags bijna blindelings dankzij de instructies van de vriendelijke dame van de toeristische dienst van Chateaurenard: "Quand il y a des étrangers qui demandent pour la zone industriel La Chaffine, c'est pour Le Bon Café …" En het moet gezegd: het verkooppunt van Le Bon Café weet de bezoeker alleen al op het oog te overtuigen. We ontdekten er dat niet alleen de koffie, maar ook de thee en infusies van Jardin d'Asie. Wanneer je eega een theefanaat is, vang je er dus twee vliegen in één klap. Na een koffie-en theedegustatie en de aankoop van 10 pakjes koffie en 6 espressokopjes Blue Moka wisten we dat dit ons eerste, maar zeker niet laatste bezoekje aan La Maison du Bon Café zou worden. |
Saint-Rémy de Provence (Frankrijk), half april 2014 rond 18.00 u., gezeten op de dorpel van het stadhuis, op dat uur nog badend in de Zuid-Franse zon. Diezelfde zon laat in de Provence alle kleuren schitteren ...
… En uitgerekend dan lees je De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn Pelgrimsjaren van Haruki Murakami. Laat Franz Liszts Le Mal du Pays door de geluidsversterkers of je oortjes knallen en je zit goed om het boek in één adem uit te lezen.
In het kort: Tsukuru Tazaki is opeens helemaal alleen. Zijn jeugdvrienden, die zijn achtergebleven in zijn geboortestad toen hij in Tokyo ging studeren, willen hem van de ene op de andere dag niet meer kennen. En hij heeft geen idee waarom. Verlangen - naar vriendschap, liefde, een verloren jeugd: het is ondertussen een klassiek thema in het universum van Haruki Murakami, nu weer voortreffelijk verbeeld in zijn melancholieke, kleurloze hoofdpersoon. (bron: www.atlascontact.nl) Een uitgebreide bespreking van De kleurloze Tsukuru Tazaki, Haruki Murakami (Atlas-Contact, 2014) lees je op deze blog. Spotify, Sonos en … Le bon CaféVoor mij vormt de combinatie Spotify-Sonos-Le Bon Café de perfecte cocktail om dit boek (élk boek) te lezen:
Mijn versterker bedankte ik twee jaar terug voor bewezen diensten en mijn cd-collectie(tje) verhuisde ik naar de zolder. Een leven zonder muziek? Ondenkbaar voor mij! Vanwaar dan dit tabula rasa? Ik had al langer het gevoel op muzikaal vlak rondjes te draaien (en daarmee bedoel ik niet de cd-schijfjes): steeds weer dezelfde cd's beluisterend, besefte ik dat ik tegelijkertijd zoveel genres en albums links liet liggen. Bovendien bleef ik wat hangen in de seventies en eighties. De muziekservice iTunes bracht me echter op het idee om muziek te gaan streamen. Omdat AirPlay bij ons thuis de betonnen vloer niet door geraakte, ging ik op zoek en vond ik Sonos. In combinatie met Spotify (met Premiumabonnement van 9,99 euro/maand) ontsloot zich een voor mij tot dan toe onontgonnen wereld vol muziek. De aanschaf van een Sonosplayer en een Spotifyabonnement was zowat de voltreffer van het jaar. Wegzakken met een boek werd eens zo zalig. Niet zonder bakje koffie, uiteraard. De obligate Nespressokoffietjes worden sinds kort zelfs afgewisseld met versgezette 'ontbijtkoffie' van Le Bon Café. Deze overheerlijke koffie is dan weer een ontdekking van onze reizen naar de Provence. Een bezoek aan La Maison du Bon Café: "Na een koffie-en theedegustatie en de aankoop van 10 pakjes koffie en 6 espressokopjes Blue Moka wisten we dat dit ons eerste, maar zeker niet laatste bezoekje aan La Maison du Bon Café zou worden." |