Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam. 2014, 144 blz. *** Frontsoldaat Tom Birkin gaat na de Eerste Wereldoorlog aan de slag als restaurateur van muurschilderingen. Zo belandt hij in het Noord-Engelse Oxgodby om er in het dorpskerkje een middeleeuwse muurschildering vanonder een kalklaag tevoorschijn te halen. Wat verderop, in een weiland, is voor dezelfde opdrachtgever een andere oorlogsveteraan, Moon, bezig het verlorengegane graf van een van de voorvaderen van de opdrachtgever te zoeken. Er ontstaat een kameraadschappelijke band tussen beide twintigers. Birkin werkt gedurende de snikhete augustusmaand toegewijd en gestaag verder aan zijn opdracht en gaandeweg sluiten de dorpsbewoners hem in hun hart. Niet in het minst de mooie Alice Keach, de vrouw van de dominee. Dagelijks brengt ze hem een bezoek in het kerkje en samen praten ze een stuk uit de middag. Ze hebben het over zijn werk, het leven, de liefde, de hel … Het huwelijk mevrouw Keach blijkt niet zo’n voltreffer en met Passendale vers in de kleren weet Tom Birkin mee te praten over het inferno! Doorheen hun gesprekjes groeien ze steeds dichter naar elkaar toe tot het moment zich aandient waarop ze hun ware gevoelens voor elkaar zouden kunnen uiten … Een maand op het land is een lieflijk verhaal. J.L. Carr slaagt er perfect in de sfeer van een warme augustusmaand op het Engelse platteland met de pen te vatten. Als geen ander schetst hij in pareltjes van pastorale scènes niet alleen de zomerse fauna en flora, maar ook de gewaarwordingen (geuren, kleuren, lichtschakeringen) op een warme zomerdag. De vallei ging schuil onder de bladeren, roerloos in de vroege ochtend, donkere schaduwgrotten in de middaghitte, die het geluid van noord- en zuidwaarts denderde treinen dempten. (p. 121) Inhoudelijk is er een (klein) raakvlak met het alom geprezen Oorlog en Terpentijn (Stefan Hertmans): niet alleen spelen beide verhalen tegen de achter -of voorgrond van Wereldoorlog 1; Urbain Martiens vader maakt kerkschilderingen, Tom Birkin restaureert ze. De structuur van het verhaal is eenvoudig, maar meesterlijk: Tom Birkin arriveert in een saai dorp, toogt er aan het werk, leert de inwoners kennen – in het bijzonder Alice Keach - en op het moment dat zijn gevoelens voor haar duidelijk worden, voltooit hij zijn werk en verlaat hij het dorp. De cirkel is rond. Er is niets gebeurd en tegelijk is er heel veel gebeurd. Deze maand op het land draagt hij als een wondermooie herinnering mee. Het leven was er perfect. Na de hel van Passendale en zijn foutgelopen huwelijk met Vinny had hij nooit gedacht dit gevoel ooit nog te mogen beleven. Is dit voor de auteur een autobiografisch gegeven dat hij vele jaren later (1978) aan het papier toevertrouwt? Zo trefzeker J.L. Carr de sfeer van de zomer weet te vangen en de personages over hun leven, hun werk, het dorp en zijn inwoners … laat badineren, zo flauwtjes werkt hij de dialogen uit: in een poging een vlotte babbel tussen de personages weer te geven, laat Carr (of de vertaler?) net iets te vaak het onderwerp uit de zinnen achterwege. Niet bepaald bevorderlijk voor een vlotte leesbaarheid. Bij deze heruitgave liet de uitgeverij blijkbaar ook na de spelling na te trekken: ‘Middeleeuwen’ schrijven we niet langer met een hoofdletter, ‘beddesprei’ (p. 65) en ‘planteschopje’ (p. 132) schrijven we tegenwoordig met een tussen-n … Verder bleven enkele zetfoutjes staan: ‘eikaars’ (i.p.v. elkaars) op p. 33, ‘moetje’ (i.p.v. moet je) op p. 71 … Dit neemt echter niet weg dat Een maand op het land een absolute aanrader is voor wie van een roman in herderlijke sfeer houdt. Een welkome leestip van Maarten ’t Hart (via Tzum.nl*) en terecht heruitgave van Nieuw Amsterdam Uitgevers. * filmpje van Maarten 't Hart op Tzum.nl (klik). |