** Wanneer Jef Geeraerts deze verhalen schrijft (1968-71) is hij al zo’n tien jaar terug uit Congo waar hij heel intens geleefd heeft. In tien brieven schrijft hij aan evenveel mensen die hem na aan het hart liggen beschouwingen over de liefde en/of de dood. Maar hij schrijft evenzeer over doorleefde vriendschappen, zijn verleden in Congo, de veranderende (consumptie)maatschappij, de Kerk en heel vaak ook over archètypische menselijke handelingen: paardrijden, de liefde bedrijven, wonen, eten (bereiden), muziek (maken/beluisteren) ... De preciese en rake beschrijvingen ervan, verraden niet alleen zijn scherpe zin voor observatie, maar ook zijn savoir vivre. De korte zinnen in opsommende stijl zorgen ervoor dat het leest als een trein. |