** Dit vervolg op het Goddelijke monster zet het relaas van Katrien en de familie De decker verder in ware Lanoyestijl. De Pater familias zit in een fraudezaak verwikkeld en moet ‘verdwijnen’ (de link naar de ontvoering van minister VDB –Vanden Boeynants- in de jaren ’80 ligt voor de hand). Katrien is verdwenen achter de tralies en haar broer verdwijnt in het nachtleven. Haar moeder verdwijnt onder de pillen en haar tantes verdwijnen even van het toneel voor een cruise (om het verlies van hun zuster te verwerken). Zwarte tranen is eigenlijk de geschiedenis van een onzichtbaar wordende familie tegen de achtergrond van een wegdeemsterend België in volle Bende van Nijvel-tijdperk. In het verhaal belanden Katriens zoontje en haar schoonzus trouwens midden in een aanslag op De Panter (Delhaize ...). De parallellen met het België uit de jaren ’90 zijn trouwens legio: Katrien weet –net als Dutroux- uit de handen van het gerecht te vluchten en –net zoals bij het spaghettiarrest- wordt de onderzoeksrechter van haar zaak gehaald. Die doet in het boek zelfs een ‘Liekendaeltje’ ... Door dit alles is het boek nu wat gedateerd. Verder heeft heeft het verhaal –afgezien van de hierboven beschreven ‘farces’ ook weinig om het lijf. Alleen de schrijfstijl van Lanoye blijft boeien, al komt woordindigestie toch om het hoekje kijken. Waar Lanoye bij het schrijven van Zwarte tranen (1997) dan wel weer visionair was, is het gebruik van Engelse termen. Come and see for Part III ... |