Uitgeverij Atlas-Contact *** Fareed Zakaria groeit eind vorige eeuw op in een Indisch middenklassegezin. De wereldwijde economische recessie van de jaren 70 en 80 garandeert intelligente Indiërs niet langer een studie aan één van de Britse universiteiten en Zakaria’s oudere broer kiest voor een Amerikaanse universiteit. Aangetrokken door zijn verhalen over het rijke universitaire leven in de VS, is het voor Zakaria meteen duidelijk dat ook hij daar zal studeren. Bij de studiekeuze laat hij zich vrijwel compleet door zijn gevoel leiden. Het wordt liberal education aan Yale. De kennis die hij daar opdoet, maakt hem tot wie hij vandaag is: vooraanstaand journalist, redacteur bij Time en gerenommeerd kenner van de internationale politiek. De laatdunkendheid van zowat de universele intellectuele goegemeente voor al wat tot de alfavakken behoort, jaagt Fareed Zakaria echter danig in het harnas dat hij zich genoodzaakt zag Lof van de Geesteswetenschappen te schrijven en een lans te breken voor de liberal education (menswetenschappelijke vakken). In een korte geschiedenis van het onderwijs wordt duidelijk dat de artes liberales in vrijwel alle landen altijd al een centrale plaats hebben ingenomen en dat zij ook vandaag - mits een actualisering - nog steeds hun plaats verdienen aan de academische horizon. Vervolgens schetst Fareed welke voordelen een menswetenschappelijke opleiding biedt. Leren denken, maar vooral helder schrijven prijken bovenaan zijn lijstje van onderscheidende vaardigheden. Dit vult hij aan door het belang van (overtuigend) spreken voor een publiek te onderstrepen. Een ander groot pluspunt van de liberal education ziet Zakaria in het feit dat het je leert hoe je (levenslang) kunt studeren. Gewapend met deze vaardigheden, kan de master in arts volgens hem elke job aan. De publieke opinie doet volgens de auteur dus beter wat minder hooghartig tegenover de alfavakken, want steeds meer blijkt hoe de harde wetten van het bedrijfsbeheer de duimen moeten leggen voor het belang van de menswetenschappen. Ze leggen bedrijven in tijden van sociale media immers geen windeieren! Bovendien blijken net de banen waarvoor creativiteit, emotionele intelligentie en het vormen van waardeoordelen nodig zijn (de vaardigheden van de master in arts, weet je nog), het minst door machine learning bedreigd te zijn. Verder is duidelijk dat de entertainmentsindustrie - dat floreert dankzij talenten uit de liberal arts - een economische groeisector van formaat is. De auteur wijst er ook op dat de zgn. tijgereconomieën - waar studenten traditioneel heel hoog scoren in de positieve wetenschappen en technische vakken - de laatste decennia grootschalig inzetten op de geesteswetenschappen en dit om in de toekomst ook wereldleider te kunnen worden op het vlak van uitvindingen … Daarom is de auteur gewonnen voor het idee om de opleiding liberal arts inhoudelijk te verrijken én veeleisender te maken. Hoewel de studierichting liberal arts studenten aantrekt met een brede algemene interesse, waarschuwt Fareed Zakaria voor een deflatie van de opleiding. Door de exuberante stijging van de inschrijvingsgelden (+ 1200 % t.o.v. 1978) voor de gerenommeerde universiteiten wordt intelligente, maar minder begoede leerlingen de toegang ontzegd en starten behoede, maar vaak minder begaafde studenten met de opleiding. Ook topsporters genieten - om prestigieuze redenen - voorrang op bv. de veelal superbegaafde Aziatisch-Amerikaanse studenten voor wie quota gelden bij de inschrijvingsaantallen. Eenmaal toegelaten voor de opleiding, zouden studenten ook systematisch voor de minst zware vakken kiezen. Dit alles zorgt ervoor dat de opleiding onder druk staat. Bovendien krijgen de klassieke hoorcolleges steeds meer concurrentie van zogenaamde Mooc’s (Massive Open Online Courses) zoals de Khan Academy of van nieuwe onderwijsvormen zoals flipping the classroom. Dergelijke onderwijsvormen staan weliswaar in hun kinderschoenen, maar zouden de kwaliteit van de opleiding wel eens o.w.v. concurrentiële redenen kunnen ten goede komen. Uiteraard zorgden de positieve wetenschappen wereldwijd voor een enorme vooruitgang, maar ook de menswetenschappen droegen daar toe bij, stelt Zakaria. Denken we maar aan de ideeën van de Verlichting die de wereld ten goede hebben veranderd. Zakaria ziet de menswetenschappen als een academische studie die met succes in de dagelijkse wereld wordt toegepast. In het laatste hoofdstuk neemt Zakaria het op voor de ‘jeugd van tegenwoordig’ die – in tegenstelling tot wat wordt beweerd – niet lui, oppervlakkig of egoïstisch is, maar intelligent, altruïstisch en pragmatisch. Bovenal ziet hij hen als kinderen van hun tijd die volgens hun (eigentijdse) normen simpelweg streven naar geluk. Besluitend spreekt Zakaria de wens uit dat ook zij zich de juiste vragen zouden blijven stellen en daarom best liberal education studeren. Ook al steekt Zakaria de loftrompet over de geesteswetenschappen, zijn hamvraag is niet: zijn we nu beter af met de positieve wetenschappen of met de alfawetenschappen? Zijn boodschap is er een van het én-énverhaal. Steve Jobs wist het al: “Alleen als technologie gekoppeld is aan de liberal arts én de humaniora, levert ze iets op dat ons hart doet opspringen.” Lof van de geesteswetenschappen is niet alleen een pleidooi voor de menswetenschappen in het bijzonder, maar voor levenslang leren en leergierigheid in het algemeen. Een boek dat niet alleen elke menswetenschapper moet lezen, maar dat ook elke nieuwsgierige jongere ervan overtuigt: voeg de juiste informatie op het juiste moment samen, denk daar kritisch over na en maak op een verstandige manier een belangrijke keuze. Om dat te kunnen, studeer je volgens de auteur best menswetenschappen. Dat Fareed Zakaria daartoe alvast in staat is, bewijst hij met dit vlammende pleidooi voor de geesteswetenshappen. Met dank aan mevrouw Carmen Carnier van VBK-uitgevers voor het ter beschikking stellen van een leesexemplaar. |